Ontvang gratis updates van de Europese Unie
We sturen je een myFT dagelijkse samenvatting e-mail naar boven afronden Europeese Unie nieuws elke ochtend.
Veel dieren houden een winterslaap. Politici in Europa aestiveren: in augustus zakt de bedrijvigheid in Brussel en veel EU-hoofdsteden tot een nauwelijks levensvatbaar niveau. Maar, net als in het dierenrijk, is de functie om kracht te verzamelen voor wat een uitputtend politiek jaar gaat worden.
Het is de laatste zomervakantie voor de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni. Dat laat weinig tijd over voordat onafgemaakte beleidszaken worden ingehaald door verkiezingsstrijd. De pan-Europese politieke groeperingen en hun nationale aangesloten partijen zijn al druk bezig om zich zo goed mogelijk te positioneren.
De relatieve prestaties van de partijgroepen bij de Europese verkiezingen zullen van invloed zijn op de samenstelling van de volgende commissie en de sterkte van de verschillende partijen in de politieke strijd die in de volgende cyclus van vijf jaar zal worden gevoerd. We beginnen een glimp op te vangen van de mogelijke gevolgen.
Centrumrechts test bijvoorbeeld de wateren van toenadering tot nativistisch/nationalistisch rechts, waarbij het zichzelf presenteert als een gezond verstand rem op een groene industriële transitie waarvan veel van zijn vermeende kiezers denken dat het te snel gaat of te veel kost. Ondertussen lijken de winsten die de Groenen de vorige keer hebben behaald, ongedaan te worden gemaakt.
Dan komen de nationale stembiljetten eraan. De Slowaken kiezen hun nieuwe parlement in september, de Polen in oktober en de Nederlanders in november. Voor de EU-beleidsvorming zijn nationale verkiezingen net zo belangrijk, zo niet belangrijker dan het Europees Parlement. Zij bepalen de samenstelling van de raad, waar nationale regeringen zwaarbevochten compromissen sluiten over gemeenschappelijk beleid.

Dus wanneer de politieke huidskleur van nationale regeringen verandert, kan ook de oriëntatie van de beleidsbepalende supertanker van de EU veranderen. Het afgelopen jaar hebben Zweden en Finland centrumlinkse coalities vervangen door centrumrechtse coalities. De Spaanse verkiezingen van vorige maand waren niet doorslaggevend, maar een soortgelijke verschuiving – of nog een andere verkiezing – kan niet worden uitgesloten.
Afzonderlijke landen kunnen ook van buitengewoon groot belang zijn voor bepaalde beleidsterreinen. De verkiezing van Polen zal een impasse zijn over de relatie van het land met Europa, de rechtsstaat en het liberalisme. Slowakije is een van de zwakste schakels van het blok in zijn eensgezinde houding tegen Rusland.
Nederland stoot gewoonlijk ver boven zijn gewicht uit, maar zijn invloed na het vertrek van Mark Rutte, een van Europa’s langstzittende nationale leiders, laat zich raden.
Denk aan de hervorming van de EU-regels voor de overheidsfinanciën: een compromisbenadering van Nederland en Spanje vorig jaar zorgde voor de waarschijnlijke ruwe landingszone voor onderhandelingen. Maar tegen de tijd dat de besprekingen zijn afgerond, zouden de paren premiers en ministers van Financiën die de aanpak hebben opgesteld, allemaal verdwenen kunnen zijn.
Het zou dan ook vanzelfsprekend moeten zijn dat al deze verkiezingen ertoe doen voor waar Europa naartoe gaat. Het is natuurlijk rommelig vanwege de talloze manieren waarop de keuzes van kiezers in kriskras verlopende verkiezingscycli de beleidsresultaten beïnvloeden. Toch kijken veel mensen naar dit complexe rooster van gelaagde verkiezingsstrijd en trekken ze de conclusie dat de EU lijdt onder te weinig democratie.
De klacht over “democratisch tekort” is oud, maar is merkwaardig genoeg onaangetast gebleven door de vele veranderingen in de manier waarop de EU feitelijk wordt bestuurd. Het heeft de overgang naar rechtstreekse verkiezing van het Europees Parlement overleefd, het bewezen vermogen van dat orgaan om kandidaten voor Europese commissarissen af te wijzen of een hele commissie te dwingen, meer stemmen bij meerderheid in de raad en de introductie van burgerinitiatieven op EU-niveau. Het is bijna alsof degenen die blaten over het democratisch tekort weinig interesse hebben in hoe de EU echt werkt.
Dat wil niet zeggen dat dingen niet beter kunnen. Lage opkomstpercentages bij Europese verkiezingen geven aan dat kiezers zich in sommige landen niet betrokken voelen bij het democratische proces. Maar de opkomst is gestegen, terwijl de EU-democratie ook via de raad werkt, ondersteund door een aanzienlijke deelname aan nationale stemmingen.
Een dieperliggend bezwaar is dat er niet voldoende democratie kan zijn zolang er geen “demos” of zelfbenoemde Europese mensen zijn. Maar dit argument zou impliceren dat er nooit een gecoördineerde internationale beslissing kan zijn die democratisch is. Draai de vraag om en vraag hoe democratische besluitvorming voor veel landen er in de echte wereld uit zou kunnen zien. Elk antwoord zou herkenbaar verband houden met de opzet van de EU.
Dus rust deze augustus uit en bereid je voor om te genieten van de glorieuze puinhoop van de werkelijk bestaande grensoverschrijdende democratie.
martin.sandbu@ft.com
Source link: https://www.ft.com/content/7935e208-62b2-4b2e-8e0c-4f5e11aa430d